ECLI:NL:CRVB:2019:3649
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet ongegrond verklaard wegens niet-betaling griffierecht
Op 15 november 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 18/5012 WAO-V. Deze uitspraak betreft een verzet dat door de appellant is ingediend tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 15 mei 2019, waarin het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk was verklaard. De appellant, woonachtig in Marokko, had in zijn verzet aangevoerd dat hij het griffierecht had overgemaakt, maar heeft geen bewijsstukken overgelegd ter onderbouwing van deze claim.
Tijdens de zitting op 4 oktober 2019 zijn beide partijen niet verschenen. De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat er geen feiten of omstandigheden zijn aangevoerd die erop wijzen dat de appellant niet in verzuim is geweest met betrekking tot de betaling van het griffierecht. De financiële administratie van de Raad bevatte geen bewijs van een betaling door of namens de appellant. Hierdoor kon de Raad niet anders concluderen dan dat het verzet ongegrond was.
De uitspraak is gedaan door C.H. Bangma, in tegenwoordigheid van J. Smolders als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Er is geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet.