ECLI:NL:CRVB:2019:3640

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
15 november 2019
Publicatiedatum
15 november 2019
Zaaknummer
18/5259 ANW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep in sociale zekerheidszaak

Op 15 november 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 18/5259 ANW-V. Deze uitspraak betreft het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak van de Raad, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. De zaak is ontstaan uit een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 24 juli 2018. Appellante, woonachtig in Tunesië, had het hogerberoepschrift te laat ingediend, namelijk op 4 oktober 2018, terwijl de uiterste datum 4 september 2018 was. In het verzet heeft appellante aangevoerd dat zij door ziekte niet in staat was om tijdig een hogerberoepschrift in te dienen en dat er vertraging was bij het postkantoor in Tunesië.

De Raad heeft echter geoordeeld dat appellante in het verzet geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die zouden kunnen leiden tot een andere beslissing. Er zijn geen medische bewijsstukken overgelegd die aantonen dat appellante gedurende de gehele beroepstermijn niet in staat was om hoger beroep in te stellen of iemand anders in te schakelen. Ook de gestelde vertraging bij de postbezorging is niet onderbouwd met bewijsstukken. Daarom heeft de Raad het verzet ongegrond verklaard en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door C.H. Bangma, in aanwezigheid van griffier J. Smolders, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

Datum uitspraak: 15 november 2019
18/5259 ANW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 24 juli 2018, 17/3356 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats], Tunesië (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)

PROCESVERLOOP

Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht van 28 maart 2019 heeft de Raad het door appellante ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Appellante heeft verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 4 oktober 2019. Beide partijen zijn niet verschenen.

OVERWEGINGEN

De uitspraak van de Raad van 28 maart 2019 berust op de overwegingen dat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim is geweest.
De laatste dag waarop tijdig een hogerberoepschrift kon worden ingediend, was 4 september 2018. Het hogerberoepschrift is op 4 oktober 2018 bij de Raad ontvangen. Daarmee staat vast dat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend.
In verzet heeft appellante nogmaals te kennen gegeven dat zij wegens ziekte niet in staat was tijdig een hogerberoepschrift in te dienen. Ook voert appellante nogmaals aan dat er een vertraging bij het postkantoor in Tunesië is.
De Raad is van oordeel dat appellante in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim is geweest. Appellante heeft geen medische bewijsstukken overgelegd waaruit blijkt dat zij gedurende de gehele beroepstermijn niet in staat is geweest hoger beroep in te stellen of een derde in te schakelen om haar belangen te behartigen. Ook de vertraging in de postbezorging heeft appellante niet met bewijsstukken onderbouwd.
Dit betekent dat het verzet ongegrond wordt verklaard.
Voor een proceskostenveroordeling van het verzet is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door C.H. Bangma, in tegenwoordigheid van J. Smolders als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 15 november 2019.
(getekend) C.H. Bangma
De griffier is verhinderd te ondertekenen.

VC

DÉCISION

La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale) déclare le recours non fondé.
Par conséquent, décidée par C.H. Bangma en présence de J. Smolders en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 15 novembre 2019.