ECLI:NL:CRVB:2019:3339
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake WIA-uitkering
Op 23 oktober 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak over de WIA-uitkering van verzoekster, die zonder vaste woon- of verblijfplaats is. Verzoekster had eerder een IVA-uitkering ontvangen van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) en verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 26 juli 2018. In deze eerdere uitspraak was het bezwaar van verzoekster tegen een betaalspecificatie en een besluit over een tegemoetkoming arbeidsongeschikten ongegrond verklaard.
De Raad heeft het herzieningsverzoek afgewezen, omdat verzoekster geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die voldoen aan de cumulatieve voorwaarden van artikel 8:119, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Deze voorwaarden vereisen dat de feiten vóór de uitspraak hebben plaatsgevonden, niet bekend waren bij de indiener en tot een andere uitspraak zouden hebben geleid als ze eerder bekend waren geweest. De Raad concludeerde dat verzoekster niet in haar verzoek kon worden gevolgd, aangezien er geen relevante nieuwe informatie was die de eerdere beslissing zou kunnen beïnvloeden.
De uitspraak werd gedaan door A.T. de Kwaasteniet, met E. Diele als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.