Uitspraak
17.1599 WIA
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. Appellante, die als schoonmaakster werkte, had zich op 11 december 2012 ziek gemeld en vroeg in 2014 een uitkering op grond van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (Wet WIA) aan. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) weigerde haar een loongerelateerde WGA-uitkering, omdat zij per 9 december 2014 minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Appellante was het niet eens met deze beslissing en stelde dat haar lichamelijke beperkingen waren onderschat.
De Raad beoordeelde de zorgvuldigheid van de besluitvorming door het Uwv en oordeelde dat de onderzoeken door de verzekeringsarts en de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende zorgvuldig en volledig waren. Appellante had voldoende gelegenheid gehad om haar standpunt te onderbouwen, en de Raad concludeerde dat er geen schending was van het beginsel van 'equality of arms'. De rechtbank had terecht geoordeeld dat het Uwv de medische en arbeidskundige beoordeling adequaat had uitgevoerd.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek van appellante om schadevergoeding af. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige besluitvorming in het kader van sociale zekerheidsrecht en de rol van de rechter in het toetsen van de medische beoordelingen door het Uwv.