ECLI:NL:CRVB:2019:31
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 8 januari 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een zaak waarin een verzoeker om een voorlopige voorziening had gevraagd op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De verzoeker had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank en verzocht om een voorlopige voorziening. Echter, het griffierecht van € 126,- was niet binnen de gestelde termijn voldaan. De Raad had de verzoeker herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht tijdig te betalen en had hem de mogelijkheid geboden om een beroep op betalingsonmacht te doen. Ondanks deze waarschuwingen en de mogelijkheid om aanvullende informatie te verstrekken, voldeed de verzoeker niet aan de criteria voor betalingsonmacht. De Raad concludeerde dat het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat het griffierecht niet tijdig was voldaan. De voorzieningenrechter heeft in zijn beslissing aangegeven dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en is ondertekend door de voorzieningenrechter en de griffier.