ECLI:NL:CRVB:2019:3031

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
20 september 2019
Publicatiedatum
20 september 2019
Zaaknummer
18/946 WAO-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep in sociale zekerheidszaak

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 september 2019 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hoger beroep. Het hoger beroep was eerder niet-ontvankelijk verklaard omdat het hogerberoepschrift niet tijdig was ingediend. Appellant heeft verzet aangetekend, maar in zijn verzetschrift geen verklaring gegeven voor de te late indiening van het hogerberoepschrift. De zittingen van 15 februari 2019 en 9 augustus 2019 hebben plaatsgevonden, maar partijen zijn niet verschenen. De Raad heeft het onderzoek na de heropening voortgezet en geconcludeerd dat de termijn voor het indienen van het verzetschrift was overschreden, aangezien het verzetschrift pas op 27 september 2018 was ontvangen, terwijl de laatste dag voor indiening 8 augustus 2018 was. De Raad heeft vastgesteld dat er geen feiten of omstandigheden zijn die erop wijzen dat de termijnoverschrijding appellant niet kan worden verweten. Daarom heeft de Raad het verzet ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door C.H. Bangma, in tegenwoordigheid van griffier L.R. Daman, en is openbaar uitgesproken op 20 september 2019.

Uitspraak

Datum uitspraak: 20 september 2019
18/946 WAO-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 2 november 2017, 17/3145 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellant] te [woonplaats], Marokko (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

PROCESVERLOOP

Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht van 27 juni 2018 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Appellant heeft verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 15 februari 2019. Partijen zijn niet verschenen.
Het onderzoek is na de zitting heropend.
Het verzet is vervolgens ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 9 augustus 2019. Partijen zijn niet verschenen

OVERWEGINGEN

De uitspraak van de Raad van 27 juni 2018 berust op de overwegingen dat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest.
De laatste dag waarop tijdig verzet kon worden gedaan was 8 augustus 2018. Het door appellant ingediende verzetschrift is op 27 september 2018 bij de Raad ontvangen. De termijn voor het indienen van een verzetschrift is aldus overschreden. Op basis van het onderzoek dat is verricht na de heropening, concludeert de Raad dat niet is gebleken dat de termijnoverschrijding aan appellant kan worden verweten, zodat de Raad tot een inhoudelijke behandeling van het verzet kan overgaan.
In zijn verzetschrift geeft appellant geen verklaring voor het feit dat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend. Nu ook overigens niet is gebleken van feiten of omstandigheden die leiden tot het oordeel dat het verzuim appellant niet kan worden verweten, moet het verzet ongegrond worden verklaard.
Dit betekent dat het verzet ongegrond wordt verklaard.
Voor een proceskostenveroordeling van het verzet is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door C.H. Bangma, in tegenwoordigheid van L.R. Daman als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 20 september 2019.
(getekend) C.H. Bangma
(getekend) L.R. Daman

VC