ECLI:NL:CRVB:2019:3031
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 september 2019 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hoger beroep. Het hoger beroep was eerder niet-ontvankelijk verklaard omdat het hogerberoepschrift niet tijdig was ingediend. Appellant heeft verzet aangetekend, maar in zijn verzetschrift geen verklaring gegeven voor de te late indiening van het hogerberoepschrift. De zittingen van 15 februari 2019 en 9 augustus 2019 hebben plaatsgevonden, maar partijen zijn niet verschenen. De Raad heeft het onderzoek na de heropening voortgezet en geconcludeerd dat de termijn voor het indienen van het verzetschrift was overschreden, aangezien het verzetschrift pas op 27 september 2018 was ontvangen, terwijl de laatste dag voor indiening 8 augustus 2018 was. De Raad heeft vastgesteld dat er geen feiten of omstandigheden zijn die erop wijzen dat de termijnoverschrijding appellant niet kan worden verweten. Daarom heeft de Raad het verzet ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door C.H. Bangma, in tegenwoordigheid van griffier L.R. Daman, en is openbaar uitgesproken op 20 september 2019.