ECLI:NL:CRVB:2019:3025

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
20 september 2019
Publicatiedatum
20 september 2019
Zaaknummer
19/2013 PW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep in bestuursrechtelijke zaak

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 september 2019 uitspraak gedaan in het verzet van appellanten tegen een eerdere uitspraak van 30 juli 2019. In die eerdere uitspraak was het hoger beroep van appellanten niet-ontvankelijk verklaard, omdat de gronden van het hoger beroep niet tijdig waren ingediend. Appellanten, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. C.J. van der Have, hebben verzet aangetekend tegen deze beslissing. Tijdens de behandeling van het verzet is gebleken dat de gronden van het hoger beroep wel degelijk tijdig waren ingediend en dat appellanten niet in verzuim zijn geweest. De Raad heeft vastgesteld dat er een storing was in de faxverzending, wat de reden was dat de eerdere uitspraak niet correct was. Hierdoor heeft de Raad het verzet gegrond verklaard, de eerdere uitspraak van 30 juli 2019 vervallen verklaard en het onderzoek voortgezet in de stand waarin het zich bevond. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling in deze procedure.

Uitspraak

Datum uitspraak: 20 september 2019
19/2013 PW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 1 april 2019, 18/3632 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellant 1] en [Appellant 2] te [woonplaats] (appellanten)
het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam

PROCESVERLOOP

Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht van 30 juli 2019 heeft de Raad het door appellanten ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Namens appellanten heeft mr. C.J. van der Have, advocaat, verzet gedaan.

OVERWEGINGEN

De uitspraak van de Raad van 30 juli 2019 berust op de overwegingen dat de gronden van het hoger beroep niet zijn ingediend, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellanten niet in verzuim zijn geweest.
In verzet is gebleken dat appellanten niet in verzuim zijn geweest en dat de gronden tijdig door mr. Van der Have zijn ingediend. De reden dat de Raad dit niet eerder heeft onderkend is gelegen in het feit dat in de periode van verzending per fax sprake was van een storing.
Dit betekent dat het verzet gegrond wordt verklaard, de uitspraak van de Raad van 30 juli 2019 vervalt en het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
Voor een proceskostenveroordeling van het verzet is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door C.H. Bangma, in tegenwoordigheid van K.R. van Renswoude als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 20 september 2019.
(getekend) C.H. Bangma
(getekend) K.R. van Renswoude

VC