Uitspraak
17 6524 PW, 18/3360 PW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
7 juni 2016 (rapportage).
9 mei 2013 bij haar verbleef op het uitkeringsadres en niet meer is weggegaan. Hij had sleutels van de woning. Vervolgens heeft appellante nogmaals verklaard dat X sinds
9 mei 2013 bij haar op het uitkeringsadres verbleef. Hij woonde bij haar, maar stond niet ingeschreven. Dit had zij wel gevraagd, maar dat wilde hij niet. X zorgde ook voor de kinderen en haalde boodschappen. Deze verklaring van appellante biedt voldoende feitelijke grondslag voor de conclusie dat appellante en X sinds 9 mei 2013 beiden hun hoofdverblijf hadden op het uitkeringsadres. Appellante heeft hiervan geen melding gemaakt aan het college. Appellante heeft dan ook de op haar rustende inlichtingenverplichting geschonden als gevolg waarvan zij ten onrechte bijstand naar de norm voor een alleenstaande ouder heeft ontvangen. Gelet hierop behoeven de beroepsgronden gericht tegen de verrichte waarnemingen geen bespreking meer.