Uitspraak
18 1499 PW, 18/1500 PW, 18/1501 PW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
van in totaal € 172,- vergoedt.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 juli 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de uitspraken van de rechtbank Limburg. De appellant, die bijstand ontving op grond van de Participatiewet, had in een eerdere procedure betoogd dat zij haar inlichtingen- en medewerkingsverplichting niet had geschonden. De Raad oordeelde dat de appellant en haar gemachtigde niet verschenen op de zitting, waardoor de Raad uitging van de juistheid van de feiten zoals vastgelegd in het verslag van het huisbezoek. Dit huisbezoek vond plaats op 30 maart 2017 en werd bemoeilijkt door de houding van de appellant en een aanwezige man, die weigerde zich te legitimeren. De Raad concludeerde dat het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen ten onrechte had gesteld dat de appellant de inlichtingenverplichting had geschonden door de identiteit van de man niet prijs te geven. De Raad oordeelde dat de situatie tijdens het huisbezoek onvoldoende aanknopingspunten bood voor de stelling van het college dat de identiteit van de man noodzakelijk was voor het onderzoek naar de woonsituatie van de appellant. De Raad bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank, maar veroordeelde het college in de proceskosten van de appellant, die in totaal € 1.536,- bedroegen, en bepaalde dat het college het griffierecht van € 172,- moest vergoeden.