ECLI:NL:CRVB:2019:2206
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.B. Kleiss
- Rechtspraak.nl
Beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering en beoordeling arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 juni 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van de rechtbank Oost-Brabant. Appellant, die sinds 2009 arbeidsongeschikt is door energetische klachten en een ernstige psychische stoornis, had eerder recht op een WGA-loonaanvullingsuitkering. Het Uwv heeft echter vastgesteld dat appellant met ingang van 8 juni 2016 geen recht meer had op deze uitkering, omdat zijn mate van arbeidsongeschiktheid onder de 35% was vastgesteld. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat zijn medische beperkingen zijn onderschat en dat hij volledig arbeidsongeschikt is. Hij heeft ook een beroep gedaan op het beginsel van equality of arms, stellende dat de verzekeringsartsen van het Uwv onvoldoende onafhankelijk zijn.
De Raad heeft overwogen dat er geen reden is om aan de juistheid van de medische beoordeling van het Uwv te twijfelen. De verzekeringsarts heeft de medische informatie van het Centrum voor Slaapgeneeskunde en andere behandelende artsen betrokken bij zijn oordeel. De Raad concludeert dat appellant voldoende ruimte heeft gehad om zijn standpunt te onderbouwen en dat er geen schending van het beginsel van equality of arms is. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat het Uwv op goede gronden heeft vastgesteld dat appellant geen recht heeft op een WIA-uitkering. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om benoeming van een onafhankelijk deskundige af, omdat appellant geen nieuwe medische informatie heeft ingebracht die zijn standpunt ondersteunt.
De uitspraak bevestigt dat de beperkingen die zijn vastgesteld in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) voldoende zijn om tegemoet te komen aan de klachten van appellant. De Raad concludeert dat appellant in staat is om de geselecteerde functies te vervullen, ondanks zijn psychische klachten en slaapstoornis. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er zijn geen proceskosten toegewezen.