ECLI:NL:CRVB:2019:2116
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering op basis van financiële situatie en inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 juni 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De appellanten, een gehuwd paar, hadden een aanvraag ingediend voor bijstand naar de norm voor gehuwden, nadat de appellant op 13 oktober 2016 terugkeerde uit het buitenland. De gemeente Geldrop-Mierlo had de bijstandsverlening van appellante met terugwerkende kracht ingetrokken en de gemaakte kosten teruggevorderd, omdat de financiële situatie van de appellant niet voldoende inzichtelijk was gemaakt. De rechtbank had de beroepen van appellanten tegen de besluiten van de gemeente ongegrond verklaard.
In hoger beroep voerden appellanten aan dat het college onterecht gebruik had gemaakt van de terugvorderingsbevoegdheid en dat zij niet verwijtbaar hadden gehandeld. De Raad oordeelde dat het college een redelijke beleidsbepaling had gevolgd door kosten terug te vorderen, tenzij er dringende redenen waren om hiervan af te zien. De Raad concludeerde dat appellanten niet aan hun inlichtingenverplichting hadden voldaan, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af.
De uitspraak benadrukt het belang van transparantie in de financiële situatie van bijstandsaanvragers en de noodzaak om aan de inlichtingenverplichting te voldoen. De Raad stelde vast dat de appellanten onvoldoende bewijs hadden geleverd om hun financiële situatie te onderbouwen, wat leidde tot de bevestiging van de eerdere besluiten van de gemeente.