ECLI:NL:CRVB:2019:2098
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep in sociale zekerheidszaak
Op 28 juni 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 18/4629 WIA-V. Deze uitspraak betreft een verzet dat door appellante is ingediend tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 27 december 2018, waarin de Raad zich onbevoegd verklaarde om kennis te nemen van het door appellante ingestelde hoger beroep. De appellante had verzet aangetekend, maar op de zitting van 17 mei 2019 zijn partijen niet verschenen.
De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de termijn voor het indienen van het verzetschrift op 14 februari 2019 eindigde, maar dat het verzetschrift pas op 15 februari 2019 door de Raad is ontvangen. Hierdoor is de termijn voor het indienen van het verzetschrift overschreden. De Raad heeft appellante gevraagd naar de reden van deze termijnoverschrijding, maar zij heeft geen verklaring gegeven. Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de termijnoverschrijding verschoonbaar maken.
Gelet op deze omstandigheden heeft de Centrale Raad van Beroep het verzet niet-ontvankelijk verklaard. De Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten van het verzet uit te spreken. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter C.H. Bangma en griffier M.A.A. Traousis.