ECLI:NL:CRVB:2019:1527
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijzondere bijstand voor inrichtingskosten met motiveringsgebrek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. Appellant, die sinds 6 mei 2015 bijstand ontvangt, had bijzondere bijstand aangevraagd voor inrichtingskosten na een verhuizing. Het college van burgemeester en wethouders van Stadskanaal had deze aanvraag afgewezen, ondanks een advies van de Commissie Rechtsbescherming. De Raad oordeelde dat het college onvoldoende had gemotiveerd waarom het advies niet werd gevolgd en dat de afwijzing van de aanvraag om bijzondere bijstand voor inrichtingskosten niet op een deugdelijke motivering berustte. Echter, de Raad concludeerde dat het motiveringsgebrek kon worden gepasseerd omdat niet aannemelijk was dat appellant hierdoor benadeeld was. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, maar met verbetering van gronden, en veroordeelde het college in de proceskosten van appellant tot een totaalbedrag van € 2.048,-. Tevens werd bepaald dat het college het griffierecht van appellant vergoedt.