ECLI:NL:CRVB:2019:1514
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en ziekengeld op basis van medische rapportages
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant, die zich ziek had gemeld vanwege een neusschotcorrectie en psychische klachten, was in eerste instantie in aanmerking gebracht voor ziekengeld op grond van de Ziektewet (ZW). Het Uwv had echter vastgesteld dat de appellant per 18 maart 2016 niet langer recht had op ziekengeld, omdat hij meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kon verdienen. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarbij werd geoordeeld dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de appellant in staat was de geselecteerde functies te verrichten.
In hoger beroep herhaalde de appellant zijn eerdere gronden, maar de Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de beroepsgronden niet slagen. De Raad onderschreef de motivering van de verzekeringsarts bezwaar en beroep, die beperkingen had aangenomen op basis van de Autisme Spectrum Stoornis en andere psychische problematiek. De Raad concludeerde dat de appellant geen nieuwe medische gegevens had overgelegd die zijn stelling konden onderbouwen dat hij op de datum in geding niet belastbaar was voor arbeid. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.