ECLI:NL:CRVB:2019:1288
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.H. Bangma
- J. Smolders
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de Algemene Oorlogsongevallenregeling (AOR) en beoordeling van oorlogsletsel
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 april 2019 uitspraak gedaan in het geding tussen appellant en de Pensioen- en Uitkeringsraad. Appellant, geboren in 1947, had in april 2017 een aanvraag ingediend voor toekenning op grond van de Algemene Oorlogsongevallenregeling (AOR). De aanvraag werd afgewezen door verweerder op 22 augustus 2017, omdat niet was aangetoond dat appellant in omstandigheden heeft verkeerd die onder de AOR vallen. Appellant heeft in beroep aangevoerd dat hij schietpartijen heeft meegemaakt, maar kon geen concrete herinneringen of bewijsstukken overleggen die zijn claims ondersteunden. De neef van appellant bevestigde de beschietingen, maar ook zijn verklaring kon niet worden onderbouwd met bewijs uit de relatiedossiers of andere bronnen. De Raad heeft overwogen dat de verklaring van de neef niet voldoende was om aan te tonen dat appellant in de relevante omstandigheden heeft verkeerd. De Raad volgde het standpunt van verweerder en concludeerde dat het bestreden besluit in rechte stand kan houden. Het beroep van appellant werd ongegrond verklaard, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.