ECLI:NL:CRVB:2019:1106
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake de Algemene Nabestaandenwet
In deze zaak heeft verzoekster, woonachtig in Marokko, een verzoek ingediend om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 1 maart 2018, waarin haar verzet tegen een eerdere uitspraak ongegrond werd verklaard. Het verzoek om herziening werd behandeld op de zitting van 15 februari 2019, maar partijen zijn niet verschenen. De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen uiteengezet dat herziening op grond van artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) alleen mogelijk is bij feiten en omstandigheden die vóór de uitspraak hebben plaatsgevonden, niet bekend waren bij de indiener en die, indien ze eerder bekend waren geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben geleid. De Raad heeft vastgesteld dat verzoekster geen nieuw feit of nieuwe omstandigheid heeft aangedragen die aanleiding zou geven tot herziening van de eerdere uitspraak. De Raad heeft ook benadrukt dat het rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak of de juistheid van de eerdere uitspraak. Daarom heeft de Centrale Raad van Beroep het verzoek om herziening afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken op 29 maart 2019.