ECLI:NL:CRVB:2019:1021
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep in sociale zekerheidszaak
Op 27 maart 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 18/4931 WW-V. Deze uitspraak betreft een verzet tegen een eerdere beslissing van de Raad van 9 januari 2019, waarin het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk was verklaard. De uitspraak van 9 januari 2019 was gebaseerd op de overweging dat de gronden van het hoger beroep niet tijdig waren ingediend en dat appellant in verzuim was. Echter, in het verzet is gebleken dat appellant wel degelijk tijdig gronden heeft ingediend en niet in verzuim is geweest. Hierdoor heeft de Centrale Raad van Beroep het verzet gegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak van 9 januari 2019 vervalt. Het onderzoek in de zaak zal worden voortgezet in de stand waarin het zich bevond. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling in het kader van het verzet.
De uitspraak is gedaan door rechter H.C.P. Venema, met J.A. Achterberg als griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 27 maart 2019. Deze uitspraak is van belang voor de rechtsgang in sociale zekerheidszaken, waar tijdigheid van indiening van gronden van groot belang is voor de ontvankelijkheid van hoger beroep.