Uitspraak
16.7490 ZW
27 oktober 2016, 16/730 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
25 augustus 2015 (primair besluit 1) vastgesteld dat appellante per 25 augustus 2015 geen recht meer heeft op ziekengeld.
9 november 2015 blijkt volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep dat geen afwijkingen ten aanzien van het bekken en/of de heup zijn geconstateerd. Dit standpunt van de verzekeringsarts bezwaar en beroep wordt overtuigend geacht. Appellante heeft in beroep noch hoger beroep medische stukken overgelegd die aanleiding geven te twijfelen aan de conclusies van de verzekeringsarts bezwaar en beroep over de bekken- en heupklachten van appellante op de datum in geding. Een waarschuwing van de Inspectie SZW behelst geen medische informatie en maakt de ongeschiktheid van appellante niet medisch objectiveerbaar. De verzekeringsarts bezwaar en beroep was dan ook niet gehouden nader onderzoek naar die waarschuwing te doen dan wel die te betrekken bij zijn beoordeling.
BESLISSING
J.R. Trox als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 28 maart 2018.