ECLI:NL:CRVB:2018:846
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.H. Bel
- P.C. de Wit
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake aanvragen individuele inkomenstoeslag en vergoeding reiskosten
In deze zaak heeft verzoekster hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland, die haar beroep tegen het bestreden besluit van het college van burgemeester en wethouders van Wormerland niet-ontvankelijk heeft verklaard. De voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep heeft op 20 maart 2018 uitspraak gedaan. De zaak betreft aanvragen van verzoekster voor een individuele inkomenstoeslag en vergoeding van reiskosten, die door het college zijn afgewezen. Verzoekster heeft op 26 december 2016 beroep ingesteld, maar dit beroepschrift is buiten de termijn van zes weken ingediend. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding, wat verzoekster in hoger beroep aanvecht. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de rechtbank terecht tot de conclusie is gekomen dat het beroep niet-ontvankelijk was, omdat het beroepschrift te laat was ingediend. De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat er geen gronden zijn voor het treffen van een voorlopige voorziening of voor het vergoeden van schade. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd en het verzoek om een voorlopige voorziening en schadevergoeding is afgewezen.