ECLI:NL:CRVB:2018:816
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzet wegens termijnoverschrijding in WIA-zaak
Op 1 maart 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de niet-ontvankelijkheid van een verzet. Het verzet was ingediend door een appellant die in Marokko woonachtig is en die zich richtte tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 7 maart 2016. De zaak betreft een WIA-kwestie, met zaaknummer 15/5683 WIA. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het verzetschrift niet tijdig is ingediend. De appellant voerde aan dat hij ziek was geweest, maar heeft deze stelling niet met bewijsstukken onderbouwd. De Raad oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden zijn aangevoerd die zouden rechtvaardigen dat de appellant niet in verzuim was. Hierdoor werd het verzet niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak werd gedaan in een enkelvoudige kamer, waarbij H.C.P. Venema als voorzitter optrad en N.L. Kuipers als griffier. Er werd geen proceskostenveroordeling uitgesproken, aangezien er geen aanleiding voor was. De uitspraak werd openbaar gedaan.