ECLI:NL:CRVB:2018:768

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
1 maart 2018
Publicatiedatum
15 maart 2018
Zaaknummer
17/5351 AOW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake AOW

Op 1 maart 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 17/5351 AOW-V. Deze uitspraak betreft het verzet van de appellant tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Amsterdam, waarin het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank had op 13 juni 2017 geoordeeld dat het hogerberoepschrift niet tijdig was ingediend.

Tijdens de zitting op 1 maart 2018 was de appellant niet aanwezig, en de Centrale Raad van Beroep heeft het verzet ongegrond verklaard. De appellant heeft in zijn verzet geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat hij niet in verzuim was.

De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beslissing aangegeven dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer, onder leiding van voorzitter H.C.P. Venema, met griffier N.L. Kuipers. De uitspraak is gepubliceerd op 16 maart 2018.

Uitspraak

Datum uitspraak: 1 maart 2018
17/5351 AOW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 13 juni 2017, 16/6874 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats], Marokko (appellant)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank
Zitting heeft: H.C.P. Venema
Griffier: N.L. Kuipers
Ter zitting is niemand verschenen

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht van 24 november 2017 heeft de Raad het hoger beroep van appellant tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard omdat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend.
Appellant heeft in verzet geen feiten of omstandigheden aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat hij niet in verzuim is geweest.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) N.L. Kuipers (getekend) H.C.P. Venema

NW