ECLI:NL:CRVB:2018:748

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
1 maart 2018
Publicatiedatum
14 maart 2018
Zaaknummer
17/1818 ANW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens tijdsoverschrijding

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 maart 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 3 januari 2017. De rechtbank had het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard omdat het hogerberoepschrift niet tijdig was ingediend. Appellante, die in Marokko woont, heeft in haar verzetschrift aangevoerd dat zij om medische redenen niet in staat was om het hogerberoepschrift tijdig in te dienen. De Raad heeft echter geoordeeld dat appellante geen feiten of omstandigheden heeft aangedragen die haar verzuim zouden kunnen rechtvaardigen. Er zijn geen medische stukken overgelegd die haar stelling ondersteunen. De Raad heeft daarom het verzet ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met H.C.P. Venema als voorzitter en N.L. Kuipers als griffier.

Uitspraak

Datum uitspraak: 1 maart 2018
17/1818 ANW -V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 3 januari 2017, 16/3836 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats], Marokko (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank
Zitting heeft: H.C.P. Venema
Griffier: N.L. Kuipers
Ter zitting is niemand verschenen

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht van 21 juli 2017 heeft de Raad het hoger beroep van appellante tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard omdat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend.
In het verzetschrift heeft appellante gesteld dat zij het hogerberoepschrift niet tijdig heeft ingediend omdat zij ziek was.
De Raad is van oordeel dat appellante in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat zij niet in verzuim is geweest. Zij heeft geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat zij om medische redenen niet in staat is geweest om tijdig een hogerberoepschrift in te (laten) dienen.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) N.L. Kuipers (getekend) H.C.P. Venema

UM