ECLI:NL:CRVB:2018:4306
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 december 2018 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van 9 mei 2018, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. Appellant, woonachtig in Marokko, had verzet aangetekend omdat hij meende dat hij tijdig een beroepschrift had ingediend. Tijdens de zitting op 13 november 2018 zijn partijen echter niet verschenen.
De Raad heeft vastgesteld dat appellant in zijn verzet geen verklaring heeft gegeven voor de overschrijding van de beroepstermijn. Er zijn ook geen feiten of omstandigheden naar voren gebracht die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat de termijnoverschrijding appellant niet kan worden verweten. De Raad heeft in zijn overwegingen benadrukt dat het indienen van het hogerberoepschrift niet tijdig was en dat appellant niet in verzuim was.
Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep het verzet ongegrond verklaard en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door H.C.P. Venema, in tegenwoordigheid van griffier M.A.E. Lageweg, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.