ECLI:NL:CRVB:2018:4275

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
27 december 2018
Publicatiedatum
3 januari 2019
Zaaknummer
18/1492 PW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tijdigheid van hoger beroep en verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 december 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hoger beroepschrift. De Raad had eerder op 19 juni 2018 geoordeeld dat het hoger beroepschrift niet tijdig was ingediend, omdat de laatste dag voor indiening 14 maart 2018 was en het beroepschrift pas op 15 maart 2018 was ingediend. De gemachtigde van appellant voerde in verzet aan dat een fusie van zijn kantoor had geleid tot problemen met het software systeem, waardoor hij de datum voor het indienen van hoger beroep niet goed had kunnen verwerken. De Raad oordeelde echter dat de gemachtigde geen feiten of omstandigheden had aangevoerd die zouden rechtvaardigen dat appellant niet in verzuim was geweest. Het handelen van de gemachtigde, inclusief het goed noteren van de beroepstermijn, kwam voor rekening en risico van appellant. De Raad verklaarde het verzet ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door H.C.P. Venema, in tegenwoordigheid van griffier M.A.E. Lageweg.

Uitspraak

Datum uitspraak: 27 december 2018
18/1492 PW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 31 januari 2018, 17/80 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellant] te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Losser

PROCESVERLOOP

Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht van 19 juni 2018 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
De gemachtigde van appellant heeft verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 13 november 2018, waar beide partijen niet zijn verschenen.

OVERWEGINGEN

De uitspraak van de Raad van 19 juni 2018 berust op de overwegingen dat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest.
De laatste dag waarop tijdig een hogerberoepschrift kon worden ingediend, was 14 maart 2018. De gemachtigde van appellant heeft op 15 maart 2018 per fax hoger beroep ingediend. Daarmee staat vast dat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend.
In verzet voert de gemachtigde van appellant nogmaals als reden van de termijnoverschrijding aan dat door een fusie van het kantoor waar hij werkzaam is een wisseling van het software systeem heeft plaatsgevonden. In het software systeem is de datum voor het indienen van hoger beroep niet goed verwerkt, waardoor de gemachtigde van appellant alles handmatig in zijn agenda moest noteren. De gemachtigde van appellant heeft te kennen gegeven dat deze zaak per abuis niet is verwerkt in zijn agenda.
De Raad is van oordeel dat de gemachtigde van appellant in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest. Het handelen van de gemachtigde, waaronder het goed noteren van de beroepstermijn en het tijdig instellen van hoger beroep, komt voor rekening en risico van appellant. Dat bij een fusie van kantoren extra oplettendheid is vereist bij de administratieve verwerking van zaken maakt dit niet anders.
Dit betekent dat het verzet ongegrond wordt verklaard.
Voor een proceskostenveroordeling van het verzet is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door H.C.P. Venema, in tegenwoordigheid van M.A.E. Lageweg als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 27 december 2018.
(getekend) H.C.P. Venema
(getekend) M.A.E. Lageweg

NW