ECLI:NL:CRVB:2018:4275
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tijdigheid van hoger beroep en verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 december 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hoger beroepschrift. De Raad had eerder op 19 juni 2018 geoordeeld dat het hoger beroepschrift niet tijdig was ingediend, omdat de laatste dag voor indiening 14 maart 2018 was en het beroepschrift pas op 15 maart 2018 was ingediend. De gemachtigde van appellant voerde in verzet aan dat een fusie van zijn kantoor had geleid tot problemen met het software systeem, waardoor hij de datum voor het indienen van hoger beroep niet goed had kunnen verwerken. De Raad oordeelde echter dat de gemachtigde geen feiten of omstandigheden had aangevoerd die zouden rechtvaardigen dat appellant niet in verzuim was geweest. Het handelen van de gemachtigde, inclusief het goed noteren van de beroepstermijn, kwam voor rekening en risico van appellant. De Raad verklaarde het verzet ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door H.C.P. Venema, in tegenwoordigheid van griffier M.A.E. Lageweg.