Uitspraak
17.8098 AW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
hoogte van de dwangsom;
hoogte van de dwangsom betreft;
18 mei 2017;
van in totaal € 418,- vergoedt.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. De appellant, werkzaam bij de voormalige politieregio, had verzocht om bevordering naar de functie van senior GGP, maar zijn verzoek was eerder afgewezen door de korpschef. De korpschef had in 2013 en 2014 besluiten genomen die de afwijzing van het bevorderingsverzoek bevestigden. Appellant stelde dat er nieuwe feiten en omstandigheden waren die een heroverweging van het besluit rechtvaardigden, maar de Raad oordeelde dat hij niet aannemelijk had gemaakt dat de korpschef een gewijzigde gedragslijn had gevoerd. De Raad concludeerde dat de korpschef terecht had besloten om niet terug te komen op het eerdere besluit, met toepassing van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank had in haar eerdere uitspraak het beroep van appellant ongegrond verklaard, en de Raad bevestigde deze uitspraak, behalve op het punt van de hoogte van de dwangsom. De Raad oordeelde dat de korpschef ten onrechte een dwangsom van € 40,- had vastgesteld en verhoogde deze naar € 60,-. Tevens werd de korpschef veroordeeld in de proceskosten van appellant, die in totaal € 2.004,- bedroegen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en de griffier was F. Demiroğlu.