ECLI:NL:CRVB:2018:4207
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van eerdere uitspraak inzake hoger beroep bestuursrecht
Op 12 december 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 18/2705 WMO-V-PV. Dit betreft een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 26 april 2017, waarin het hoger beroep van de verzoekers niet-ontvankelijk was verklaard. De verzoekers, de erven [verzoekers] te [woonplaats], hebben aangevoerd dat de termijn voor het indienen van het hoger beroep anders moet worden berekend, en dat op basis van deze nieuwe berekening het hoger beroepschrift tijdig zou zijn ingediend.
De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat de argumenten van de verzoekers geen feiten of omstandigheden opleveren zoals bedoeld in artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad heeft vastgesteld dat het rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak, maar enkel voor het aanvoeren van nieuwe feiten of omstandigheden die niet eerder bekend waren. De verzoekers hebben enkel de juistheid van de eerdere uitspraak betwist, wat niet voldoende is voor toewijzing van het herzieningsverzoek.
Daarom heeft de Centrale Raad van Beroep het verzoek om herziening afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is ondertekend door de griffier R.P.W. Jongbloed en de voorzitter L.M. Tobé.