Uitspraak
6 november 2015, 15/2613 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
Op 11 december 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 15/8353 PW. Deze uitspraak betreft een hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Midden-Nederland van 6 november 2015. De appellanten, vertegenwoordigd door mr. J. Sprakel, hebben hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Utrecht. Op 13 september 2018 heeft het college een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarop de appellanten op 21 september 2018 het hoger beroep hebben ingetrokken. Tegelijkertijd hebben zij verzocht om een proceskostenveroordeling van het college.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) toegepast, dat bepaalt dat indien een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk tegemoet is gekomen aan de indiener, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener in de kosten kan worden veroordeeld. De Raad heeft vastgesteld dat het college met de gewijzigde beslissing op bezwaar volledig aan de bezwaren van de appellanten tegemoet is gekomen, wat de intrekking van het hoger beroep rechtvaardigde.
De Raad heeft vervolgens geoordeeld dat het college in de proceskosten van de appellanten moet worden veroordeeld. De kosten zijn begroot op € 1.002,- voor de procedure in beroep en € 501,- voor de procedure in hoger beroep, wat leidt tot een totaalbedrag van € 1.503,-. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door E.C.R. Schut, met L.R. Carlier als griffier.