ECLI:NL:CRVB:2018:3849
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake vrijwilligerswerk en arbeidsinschakeling onder de Participatiewet
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg, waarin het college van burgemeester en wethouders van Maastricht een besluit heeft genomen over de vrijwilligersvergoeding van appellant. Appellant ontvangt bijstand op grond van de Participatiewet en verricht sinds februari 2016 vrijwilligerswerk voor een vereniging, waarvoor hij een vrijwilligersvergoeding ontvangt. Het college heeft appellant meegedeeld dat een deel van deze vergoeding in mindering wordt gebracht op zijn bijstandsuitkering, omdat het vrijwilligerswerk niet wordt aangemerkt als een voorziening gericht op arbeidsinschakeling. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellant betoogd dat zijn vrijwilligerswerk wel degelijk een voorziening gericht op arbeidsinschakeling is, en dat hij daarom recht heeft op een hogere vrijwilligersvergoeding. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat appellant sinds 2012 volledig is vrijgesteld van arbeidsverplichtingen vanwege medische redenen, waardoor zijn vrijwilligerswerk niet kan worden aangemerkt als een voorziening gericht op arbeidsinschakeling. De Raad heeft ook geoordeeld dat het college niet verplicht was om de nieuwe regeling voor vrijwilligersvergoedingen, die per 1 april 2017 in werking trad, al eerder toe te passen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellant af.
De uitspraak is gedaan door J.T.H. Zimmerman, in tegenwoordigheid van J.M.M. van Dalen als griffier, en is openbaar uitgesproken op 27 november 2018.