ECLI:NL:CRVB:2018:3798
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M. Hillen
- A. Stehouwer
- E.C.R. Schut
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering AIO-aanvulling wegens niet gemelde woning in Marokko
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Holland van 17 februari 2017. De zaak betreft de intrekking en terugvordering van de aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling) van appellante en de overleden appellant over de periode van 1 juli 2008 tot en met 31 december 2013. De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft deze beslissing genomen omdat niet is komen vast te staan wat de waarde van de woning in Marokko was, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De appellanten, die niet verschenen waren, hebben in hoger beroep een verklaring ingediend van de zussen van de overleden appellant, waarin zij stellen dat hij samen met hen eigenaar was van de woning in Marokko. De Raad oordeelt echter dat deze verklaring niet voldoende onderbouwd is en geen twijfel zaait over de rapporten van de Attaché voor Sociale Zaken van de Nederlandse ambassade in Rabat, die bevestigen dat de overleden appellant alleen eigenaar was van de woning en deze niet heeft geërfd maar heeft laten bouwen. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak van de rechtbank. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.