ECLI:NL:CRVB:2018:3277

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
19 oktober 2018
Publicatiedatum
23 oktober 2018
Zaaknummer
17/6668 AOW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens termijnoverschrijding op medische gronden

Op 19 oktober 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 17/6668 AOW-V. Deze uitspraak betreft een verzet tegen een eerdere beslissing van de Raad van 1 december 2017, waarin het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk was verklaard omdat het hogerberoepschrift niet tijdig was ingediend. Appellant heeft in verzet aangevoerd dat hij door medische redenen niet in staat was om tijdig hoger beroep in te stellen. Tijdens de zitting op 7 september 2018 is appellant verschenen, terwijl de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb) zich niet heeft laten vertegenwoordigen.

De Centrale Raad van Beroep heeft de medische onderbouwing van appellant in het verzet en het verhandelde ter zitting in overweging genomen. De Raad concludeert dat appellant in de relevante periode niet in staat was om zijn belangen te behartigen of een zaakwaarnemer in te schakelen. Hierdoor is de overschrijding van de termijn voor het indienen van hoger beroep verschoonbaar. De Raad heeft daarom het verzet gegrond verklaard, de eerdere uitspraak van 1 december 2017 vervallen verklaard en het onderzoek voortgezet in de stand waarin het zich bevond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling van het verzet.

Uitspraak

Datum uitspraak: 19 oktober 2018
17/6668 AOW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 8 augustus 2017, 17/2421 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)

PROCESVERLOOP

Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht van 1 december 2017 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Appellant heeft verzet gedaan.
Het verzet is behandeld ter zitting van 7 september 2018. Appellant is verschenen. De Svb heeft zich niet laten vertegenwoordigen.

OVERWEGINGEN

De uitspraak van de Raad van 1 december 2017 berust op de overwegingen dat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest.
In verzet heeft appellant te kennen gegeven dat hij op grond van medische redenen niet in staat is geweest zijn belangen te behartigen en tijdig hoger beroep in te stellen.
Uit de medische onderbouwing in verzet en het verhandelde ter zitting is gebleken van het onvermogen van appellant om in de hier van belang zijnde periode zelf tijdig hoger beroep in te stellen dan wel een zaakwaarnemer te regelen om zijn belangen te behartigen. De Raad is van oordeel dat de overschrijding van de hogerberoepstermijn in dit geval verschoonbaar is.
Dit betekent dat het verzet gegrond wordt verklaard, de uitspraak van de Raad van
1 december 2017 vervalt en het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
Voor een proceskostenveroordeling van het verzet is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door H.C.P. Venema, in tegenwoordigheid van C.A.E. Bon als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 19 oktober 2018.
(getekend) H.C.P. Venema
(getekend) C.A.E. Bon

IJ