ECLI:NL:CRVB:2018:3276

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
19 oktober 2018
Publicatiedatum
23 oktober 2018
Zaaknummer
18/857 WW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van het hogerberoepschrift inzake WW-V

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 oktober 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hogerberoepschrift. De appellant had eerder, op 25 april 2018, een uitspraak ontvangen waarin zijn hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard omdat het hogerberoepschrift niet tijdig was ingediend. De laatste dag voor indiening was 26 januari 2018, maar appellant diende zijn hogerberoepschrift pas in op 27 januari 2018 om 2.28 uur. Appellant heeft in verzet aangegeven dat hij op 26 januari 2018 in de avond was begonnen met het indienen van het hogerberoepschrift, maar door technische problemen met het uploaden van bijlagen, was dit pas in de nacht van 26 op 27 januari afgerond. De Raad overwoog dat appellant geen feiten of omstandigheden had aangevoerd die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat hij niet in verzuim was geweest. De Raad concludeerde dat appellant op 26 januari 2018 een inleidend hogerberoepschrift had kunnen indienen om de beroepstermijn veilig te stellen. De gronden van het hoger beroep en de bijlagen hadden later ingediend kunnen worden. Gelet op deze overwegingen werd het verzet ongegrond verklaard en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

Uitspraak

Datum uitspraak: 19 oktober 2018
18/587 WW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 14 december 2017, 16/10262 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

PROCESVERLOOP

Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht van 25 april 2018 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Appellant heeft verzet gedaan.
Het verzet is behandeld ter zitting van 7 september 2018. Appellant is verschenen. Het Uwv heeft zich niet laten vertegenwoordigen.

OVERWEGINGEN

De uitspraak van de Raad van 25 april 2018 berust op de overwegingen dat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest.
De laatste dag waarop tijdig een hogerberoepschrift kon worden ingediend, was 26 januari 2018. Appellant heeft bij de Raad digitaal hoger beroep ingediend op 27 januari 2018, om 2.28 uur. Daarmee staat vast dat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend.
In verzet heeft appellant te kennen gegeven dat hij op 26 januari 2018 in de avond is gestart met het indienen van het hogerberoepschrift inclusief de relevante bijlagen. Door problemen met het uploaden van een aantal bijlagen is dit pas in de nacht van 26 op 27 januari 2018 rond 2.30 uur afgerond.
Appellant heeft in verzet geen feiten of omstandigheden aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat hij niet in verzuim is geweest. Appellant had op 26 januari 2018 een inleidend hogerberoepschrift kunnen indienen om de beroepstermijn veilig te stellen. De gronden van het hoger beroep en de bijlagen had appellant in een later stadium digitaal of per post kunnen indienen.
Gelet op het voorgaande moet het verzet ongegrond worden verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door H.C.P. Venema, in tegenwoordigheid van C.A.E. Bon als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 19 oktober 2018.
(getekend) H.C.P. Venema
(getekend) C.A.E. Bon

IJ