ECLI:NL:CRVB:2018:3088
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering nabestaandenuitkering wegens niet-verzekerd zijn op overlijdensdatum en overschrijding aanmeldingstermijn voor vrijwillige verzekering
In deze zaak heeft appellante een nabestaandenuitkering aangevraagd op grond van de Algemene nabestaandenwet (ANW) na het overlijden van haar echtgenoot op 18 maart 2014. De aanvraag werd door de Sociale verzekeringsbank (Svb) afgewezen, omdat de echtgenoot op de datum van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW. De Svb stelde dat de postume aanmelding voor deelname aan de vrijwillige verzekering niet binnen één jaar na het einde van de verplichte verzekering was ingediend. Appellante heeft geen bijzondere feiten of omstandigheden aangevoerd die de overschrijding van de aanmeldingstermijn zouden rechtvaardigen.
De rechtbank Amsterdam had eerder het beroep van appellante tegen de afwijzing van de Svb ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellante betoogd dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat zij en haar echtgenoot dachten dat hij tot zijn overlijden verzekerd was. De Raad overweegt dat de vrijwillige verzekering alleen mogelijk is in aansluiting op een periode van verplichte verzekering en dat de aanmelding binnen één jaar na het einde van de verplichte verzekering moet plaatsvinden. De Raad bevestigt dat de echtgenoot van appellante vanaf 25 juni 2013 niet meer verzekerd was, omdat hij toen in Frankrijk woonde. De postume aanmelding op 24 juli 2014 was dus te laat.
De Raad concludeert dat het hoger beroep niet kan slagen en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.