Uitspraak
17.5232 AW
30 juni 2017, 17/1205 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Het betreft een geschil tussen het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam en een ambtenaar, die bezwaar had gemaakt tegen zijn schorsing. De ambtenaar had op 19 mei 2015 melding gemaakt van een integriteitskwestie, waarna hij op 21 mei 2015 werd geschorst. Het college verklaarde het bezwaar van de ambtenaar tegen de schorsing niet-ontvankelijk vanwege termijnoverschrijding. De rechtbank oordeelde echter dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat de schorsing niet als een besluit was aangemerkt door het ontbreken van een rechtsmiddelverwijzing in het gespreksverslag van 22 mei 2015. Het college ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank niet juist was in haar oordeel dat het gespreksverslag niet als besluit kon worden aangemerkt. De Raad stelde vast dat de schriftelijke mededeling van de schorsing wel degelijk op rechtsgevolg was gericht en dat de ambtenaar de termijn voor het indienen van bezwaar had overschreden. De Raad concludeerde dat de termijnoverschrijding niet het gevolg was van het ontbreken van een rechtsmiddelverwijzing en verklaarde het beroep van de ambtenaar ongegrond. De eerdere uitspraak van de rechtbank werd vernietigd, en de Raad bevestigde de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van de ambtenaar.