Uitspraak
BESLISSING
- verklaart het verzet ongegrond;
- bepaalt dat het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 124,- door de griffier van
Centrale Raad van Beroep
Op 7 september 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 17/8303 AKW-V. Deze uitspraak betreft een verzet tegen een eerdere beslissing waarbij het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk was verklaard omdat het griffierecht niet tijdig was betaald. De appellant, woonachtig in Marokko, had in verzet aangevoerd dat hij het griffierecht wel degelijk had voldaan. Echter, de Raad heeft vastgesteld dat het griffierecht pas na de gestelde termijn, op 17 april 2018, op hun rekening was bijgeschreven. De termijn voor betaling eindigde op 28 februari 2018, en er was geen bewijs dat de appellant in verzuim was geweest. De Raad heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De uitspraak verklaart het verzet ongegrond en bepaalt dat het te laat betaalde griffierecht van € 124,- door de griffier aan de appellant zal worden terugbetaald. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met H.C.P. Venema als voorzitter en C.A.E. Bon als griffier.