ECLI:NL:CRVB:2018:2835
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake maximale periodebijdrage Wmo 2015 en vertrouwensbeginsel
Op 19 september 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De zaak betreft de maximale periodebijdrage die appellant moet betalen voor een maatwerkvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). De Centrale Raad heeft vastgesteld dat de maximale periodebijdrage vanaf periode 3 van het jaar 2015 is vastgesteld op € 117,92 per vier weken. Appellant had in hoger beroep aangevoerd dat hij door CAK onjuiste informatie had ontvangen, waardoor hij een gerechtvaardigde verwachting had dat de bijdrage € 19,40 per vier weken zou zijn. De Raad oordeelde echter dat de mededeling van CAK betrekking had op de bijdrage van de partner van appellant en niet op die van hemzelf. De Raad concludeerde dat het beroep op het vertrouwensbeginsel niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, die het beroep van appellant ongegrond had verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en de noodzaak voor appellanten om zich te baseren op correcte informatie bij het indienen van bezwaar of beroep.