ECLI:NL:CRVB:2018:2484
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet betalen griffierecht
Op 9 augustus 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 17/6916 ZW-V. Deze uitspraak betreft het verzet van een appellant tegen een eerdere beslissing van de Raad, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard omdat het griffierecht niet tijdig was betaald. De appellant had verzet aangetekend, waarbij hij stelde dat hij vergeten was het griffierecht te voldoen. Tijdens de zitting op 7 juni 2018 was de appellant aanwezig, terwijl het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) niet vertegenwoordigd was.
De Raad overwoog dat de eerdere uitspraak van 21 februari 2018 terecht was, omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald. De appellant had in zijn verzetschrift aangegeven dat hij veel zaken had lopen en dat er daardoor wel eens iets mis kon gaan. Echter, de Raad oordeelde dat deze omstandigheden niet voldoende waren om te concluderen dat de appellant niet in verzuim was geweest. Het feit dat de appellant het griffierecht was vergeten te betalen, werd niet als verschoonbaar beschouwd.
De Centrale Raad van Beroep verklaarde het verzet ongegrond en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door rechter H.C.P. Venema, in aanwezigheid van griffier N.L. Kuipers, en werd openbaar uitgesproken op 9 augustus 2018.