ECLI:NL:CRVB:2018:2480
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzet wegens termijnoverschrijding in WIA-V zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 augustus 2018 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een verzet dat door de appellant was ingediend. De appellant had eerder hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, welke op 28 maart 2017 was gedaan. De Raad had het hoger beroep op 8 september 2017 niet-ontvankelijk verklaard, omdat het hogerberoepschrift niet tijdig was ingediend. De appellant heeft vervolgens verzet aangetekend, maar dit verzet is niet-ontvankelijk verklaard.
De Raad heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van het verzetschrift was overschreden. De laatste dag waarop het verzetschrift tijdig kon worden ingediend was 20 oktober 2017, maar het verzetschrift was pas op 6 november 2017 ontvangen. De gemachtigde van de appellant voerde aan dat ernstige gezondheidsredenen de reden waren voor de termijnoverschrijding, maar deze stelling was niet met bewijsstukken onderbouwd. De Raad oordeelde dat er geen grond was om de termijnoverschrijding als verschoonbaar te beschouwen.
De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van processtukken en de noodzaak om eventuele redenen voor termijnoverschrijding adequaat te onderbouwen. De Centrale Raad van Beroep heeft uiteindelijk besloten het verzet niet-ontvankelijk te verklaren, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is gedaan door H.C.P. Venema, in tegenwoordigheid van N.L. Kuipers als griffier.