ECLI:NL:CRVB:2018:2419
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning van AIO-aanvulling en de datum van melding voor bijstandsaanvraag
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. De appellant, die van 10 mei 1981 tot en met 30 juni 2016 bijstand ontving, heeft op 26 juli 2016 een aanvraag ingediend voor een aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling). De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft de AIO-aanvulling toegekend met ingang van de meldingsdatum, maar niet eerder, omdat er volgens de Svb geen bijzondere omstandigheden waren die een eerdere toekenning rechtvaardigden. De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft de appellant opnieuw betoogd dat er redenen zijn om de AIO-aanvulling eerder toe te kennen. De Raad heeft overwogen dat volgens de Participatiewet de bijstand wordt toegekend vanaf de dag van de melding om bijstand aan te vragen, tenzij er op die dag nog geen recht op bijstand bestaat. De Raad heeft vastgesteld dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een afwijking van deze regel rechtvaardigen. De gronden die de appellant in hoger beroep heeft aangevoerd, zijn in wezen een herhaling van eerdere argumenten die al door de rechtbank zijn weerlegd. De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagt en heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd.