ECLI:NL:CRVB:2018:2311
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand na betaling dubbele huur
Op 10 juli 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 17/2264 PW-PV. Deze uitspraak betreft een hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland van 16 februari 2017, waarin de aanvraag om bijzondere bijstand voor dubbele huur was afgewezen. De Centrale Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank. De kern van het geschil ligt in de vraag of de aanvraag om bijzondere bijstand terecht is afgewezen, nu deze pas is ingediend nadat de huur voor het nieuwe huis al was voldaan.
De Centrale Raad overweegt dat het niet in geschil is dat de aanvraag voor bijzondere bijstand pas is gedaan nadat appellante de huur had betaald. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat in een dergelijke situatie in beginsel geen bijzondere bijstand kan worden toegekend, conform de vaste rechtspraak. Appellante heeft aangevoerd dat het dagelijks bestuur van Werk en Inkomen Lekstroom (WIL) op de hoogte was van haar situatie door eerdere contacten. Echter, het dagelijks bestuur heeft betwist dat deze contacten betrekking hadden op de dubbele huur.
De Raad stelt vast dat het aan appellante is om met concrete en verifieerbare gegevens aan te tonen dat de contacten met WIL ook over de dubbele huur gingen. Appellante is hierin niet geslaagd. Het dagelijks bestuur heeft een gespecificeerd overzicht van de contacten overgelegd, waaruit blijkt dat er geen aanknopingspunten zijn voor de stelling van appellante. Daarom wordt het hoger beroep afgewezen en is er geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en is vastgelegd in een proces-verbaal.