ECLI:NL:CRVB:2018:2310
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de kostendelersnorm in de Participatiewet en de rechtszekerheid
Op 10 juli 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland van 2 maart 2017. De zaak betreft de toepassing van de kostendelersnorm in de Participatiewet en de bezwaarprocedure die hieraan voorafging. Appellante, vertegenwoordigd door mr. F. Bakker, heeft in hoger beroep gronden aangevoerd die betrekking hebben op de zorgvuldigheid van het onderzoek naar de kostendelersnorm en de bezwaarprocedure. Daarnaast heeft zij aangevoerd dat er strijd is met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, alsook met het rechtszekerheidsbeginsel.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd. De Raad oordeelt dat de rechtbank gemotiveerd is ingegaan op de gronden die appellante heeft aangevoerd en dat appellante geen nieuwe redenen heeft aangedragen die de eerdere gemotiveerde weerlegging van de rechtbank onjuist of onvolledig maken. De Raad kan zich volledig vinden in het oordeel van de rechtbank en de overwegingen waarop dat oordeel is gebaseerd. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en is gedocumenteerd door de griffier S.H.H. Slaats, met de handtekening van W.H. Bel als lid van de enkelvoudige kamer.