ECLI:NL:CRVB:2018:1865
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- K.J. Kraan
- Rechtspraak.nl
Opschorting van de betaling van Appa-uitkering en toewijzing van verzoek om voorlopige voorziening
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 juni 2018 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker wiens Appa-uitkering was opgeschort door het college van burgemeester en wethouders van Helmond. De opschorting vond plaats op basis van een voorlopige tenlastelegging waarin verzoeker werd verdacht van illegale financiële verrijking. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker in een financiële noodsituatie verkeert en dat hij een groot belang heeft bij het hervatten van de uitbetaling van zijn uitkering. De voorzieningenrechter heeft de belangen van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat het verzoek om voorlopige voorziening moet worden toegewezen. De werking van het besluit van 10 april 2018, dat de betaling van de uitkering opschortte, is geschorst. De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat het college de proceskosten van verzoeker moet vergoeden en het door hem betaalde griffierecht moet terugbetalen. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij de omgang met gemeenschapsgeld en de noodzaak om de rechten van de verzoeker te waarborgen, vooral in situaties van financiële nood.