Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- verklaart het verzet ongegrond;
- bepaalt dat het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 124,- door de griffier van de Centrale Raad van Beroep aan appellante wordt terugbetaald.
Centrale Raad van Beroep
Op 12 juni 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 17/4602 ANW-V. Deze uitspraak betreft het verzet van appellante tegen een eerdere beslissing van de Raad, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De Raad oordeelde dat appellante geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat zij niet in verzuim is geweest. De zaak is behandeld tijdens een zitting op 1 mei 2018, waar beide partijen niet verschenen.
De eerdere uitspraak van 6 oktober 2017 was gebaseerd op het feit dat het griffierecht niet tijdig was betaald. Appellante voerde aan dat er sprake was van slechte postbezorging in Kaapverdië en dat zij de relevante brieven pas begin 2018 had ontvangen. De Raad achtte deze argumenten niet geloofwaardig, aangezien vaststond dat het griffierecht pas op 8 september 2017 was betaald, ver buiten de gestelde termijn.
De Raad verklaarde het verzet ongegrond en besliste dat het te laat betaalde griffierecht van € 124,- aan appellante zou worden terugbetaald. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door rechter H.C.P. Venema, in aanwezigheid van griffier N.L. Kuipers, en werd openbaar uitgesproken op 12 juni 2018.