ECLI:NL:CRVB:2018:1424
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van aanvragen op grond van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 en de Algemene oorlogsongevallenregeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 mei 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de besluiten van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Appellant had aanvragen ingediend op grond van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo) en de Algemene oorlogsongevallenregeling (AOR). De aanvragen werden afgewezen omdat niet was aangetoond dat appellant in de relevante periode was getroffen door oorlogsgeweld. De Raad concludeerde dat er geen objectieve gegevens beschikbaar waren die de claims van appellant ondersteunden, waaronder een door hem gesteld bombardement en mishandeling door extremisten. De Raad oordeelde dat de gebeurtenissen die appellant had meegemaakt, zoals het in de steek gelaten worden door zijn ouders, niet als oorlogsgeweld konden worden aangemerkt volgens de Wubo en AOR. De Raad verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de afwijzing van de aanvragen.