Uitspraak
16.7607 PW
OVERWEGINGEN
Op grond van die bepaling bestaat geen recht op algemene bijstand voor degene die jonger
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 april 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant, geboren in 1995, had in september 2014 een MBO-opleiding Autotechnicus niveau 2 afgerond en had zich daarna aangemeld voor een vervolgopleiding, maar werd niet toegelaten omdat hij eerst niveau 3 moest behalen. De studiefinanciering van de appellant werd per 1 oktober 2014 beëindigd, waarna hij op 29 september 2014 bijstand aanvroeg op basis van de Participatiewet (PW). Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam kende hem bijstand toe, maar stelde voorwaarden waaronder het volgen van een opleiding.
Appellant ondertekende verschillende plannen waarin hij zich verplichtte om zich in te schrijven voor opleidingen en te solliciteren. Echter, hij heeft niet gereageerd op verzoeken van het college om bewijs van inschrijving en heeft geen opleiding gevolgd. Het college heeft daarop de bijstand per 1 augustus 2015 ingetrokken, omdat appellant niet voldeed aan de voorwaarden van de PW. De rechtbank verklaarde het beroep van appellant tegen deze beslissing ongegrond.
In hoger beroep heeft de Raad beoordeeld of het college terecht de bijstand heeft ingetrokken. De Raad concludeert dat appellant door zijn eigen nalatigheid geen onderwijs heeft gevolgd, terwijl hij dat wel kon. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het college terecht toepassing heeft gegeven aan artikel 13, tweede lid, aanhef en onder c, van de PW. De Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.