ECLI:NL:CRVB:2017:910
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling bij intrekking hoger beroep na tegemoetkoming door bestuursorgaan
Op 7 maart 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 15/3885 WWB. Deze uitspraak betreft een hoger beroep ingesteld door het college van burgemeester en wethouders van Steenwijkerland tegen de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het hoger beroep was ingesteld na een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland op 21 april 2015. Namens het college heeft advocaat mr. R.S. Wertheim het hoger beroep ingediend, maar op 20 september 2016 heeft hij dit hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling van de staatssecretaris.
De staatssecretaris heeft geen verweerschrift ingediend en met toestemming van beide partijen is het onderzoek ter zitting achterwege gelaten. De Raad heeft vastgesteld dat het hoger beroep is ingetrokken omdat de staatssecretaris met een besluit van 7 september 2016 tegemoet is gekomen aan de bezwaren van het college. Dit leidde tot de vraag of de staatssecretaris veroordeeld kon worden in de proceskosten.
De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat de staatssecretaris inderdaad in de kosten van appellant moet worden veroordeeld, omdat het bestuursorgaan geheel aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen. De proceskosten zijn begroot op € 990,- voor de procedure in beroep en € 495,- voor het hoger beroep, wat resulteert in een totaalbedrag van € 1.485,-. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de rechter en de griffier.