ECLI:NL:CRVB:2017:544
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Onterecht niet-ontvankelijk verklaring bezwaar termijnoverschrijding bijstand
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 februari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een geschil over de niet-ontvankelijk verklaring van een bezwaar tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. Appellante ontving sinds 27 oktober 2009 bijstand op grond van de Wet werk en bijstand. Het college heeft op 24 september 2010 de bijstand met terugwerkende kracht ingetrokken, omdat appellante niet meer op het opgegeven adres zou wonen. Appellante heeft echter aangevoerd dat zij het besluit pas tijdens een hoorzitting op 12 augustus 2015 heeft ontvangen, waardoor haar bezwaar van 25 augustus 2015 tijdig zou zijn ingediend.
De Raad heeft overwogen dat het college niet aannemelijk heeft gemaakt dat het besluit op het juiste adres is ontvangen. De Raad heeft vastgesteld dat er geen contra-indicaties zijn die erop wijzen dat appellante het besluit wel heeft ontvangen. De rechtbank had dit niet onderkend, waardoor het hoger beroep van appellante slaagde. De Raad heeft de aangevallen uitspraak vernietigd en het college opgedragen om opnieuw op het bezwaar te beslissen, met inachtneming van de uitspraak. Tevens is het college veroordeeld in de proceskosten van appellante, die zijn begroot op € 1.980,-. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.