ECLI:NL:CRVB:2017:485
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) vanwege een schending van de inlichtingenverplichting door appellante. Appellante ontving sinds 19 februari 2013 bijstand, maar heeft niet alle bankrekeningen opgegeven die op haar naam stonden. Tijdens een rechtmatigheidsonderzoek kwam naar voren dat zij meerdere bankrekeningen had, waaronder rekeningen van haar minderjarige dochter. Het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk heeft de bijstand met terugwerkende kracht ingetrokken en de gemaakte kosten teruggevorderd. Appellante heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante de inlichtingenverplichting heeft geschonden, ongeacht of zij dit opzettelijk heeft gedaan. De Raad stelt vast dat appellante niet heeft gemeld dat zij over meerdere bankrekeningen beschikte, wat van invloed is op haar recht op bijstand. De Raad concludeert dat het college terecht de bijstand heeft ingetrokken en de kosten heeft teruggevorderd. De hoogte van de boete die aan appellante is opgelegd, is in hoger beroep vastgesteld op € 1.180,-, wat de Raad evenredig en passend acht. De uitspraak van de rechtbank is gedeeltelijk vernietigd, maar voor het overige bevestigd. Tevens is het college veroordeeld in de kosten van appellante.