ECLI:NL:CRVB:2017:4378
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J. Kraan
- M. Kraefft
- H. Benek
- Rechtspraak.nl
Ontslag wegens langdurige gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en re-integratie-inspanningen door de gemeente Rotterdam
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin het beroep tegen het ontslag wegens langdurige gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid ongegrond werd verklaard. Appellante was sinds 1 september 2004 werkzaam bij de gemeente Rotterdam en viel op 22 augustus 2011 uit met psychische klachten. Het Uwv kende haar een loongerelateerde WGA-uitkering toe, maar concludeerde dat zij in staat was om twintig uur per week een passende functie te verrichten. Na een herbeoordeling in 2015 werd haar arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 52,19%.
Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam verleende appellante op 26 november 2015 eervol ontslag wegens langdurige gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 19 april 2016. De rechtbank oordeelde dat het college niet in gebreke was gebleven bij het aanbieden van passende arbeid, omdat de beperkingen van appellante zodanig ernstig waren dat zij niet in staat was om loonvormend werk te verrichten binnen de gemeente.
In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het college voldoende re-integratie-inspanningen heeft geleverd. De Raad oordeelde dat het college in redelijkheid kon afzien van het bevorderen van de inschakeling van appellante in passende arbeid buiten de gemeente, gezien de bevindingen van de bedrijfsarts en de arbeidsdeskundige. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond.