ECLI:NL:CRVB:2017:4310
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening van een eerdere uitspraak inzake sociale zekerheidswetgeving
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 december 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van verzoeker tegen het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Verzoeker had op 17 mei 2016 een verzoek om herziening ingediend van een eerdere uitspraak van de Raad van 14 april 2015, waarin het verzoek om herziening werd afgewezen. De Raad had zich in een eerdere uitspraak van 26 april 2017 onbevoegd verklaard om het verzoek om herziening te behandelen. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. drs. M.J.G. Schroeder, heeft verzet aangetekend tegen deze beslissing. Tijdens de zitting op 24 oktober 2017 is vastgesteld dat de brief van mr. drs. Schroeder als een verzoek om herziening van de uitspraak van de Raad van 19 mei 2015 moet worden aangemerkt. De Raad heeft geoordeeld dat de eerdere uitspraak van 26 april 2017 niet correct was, omdat er wel degelijk een rechtsmiddel openstond. Het verzet is gegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak vervalt en het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond. Tevens is het college veroordeeld in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 495,- voor verleende rechtsbijstand.