ECLI:NL:CRVB:2017:4210
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake griffierecht en betalingsonmacht
Op 5 december 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 16/5884 PW-V. Deze uitspraak betreft het verzet van appellante tegen een eerdere beslissing van de Raad, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De aanleiding voor deze niet-ontvankelijkheid was het niet tijdig betalen van het griffierecht, dat binnen een gestelde termijn van vier weken na een aangetekende brief van 20 oktober 2016 had moeten worden voldaan. Appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. N.J. Glen-Boedhram, heeft in het verzet aangevoerd dat zij financieel niet in staat was om het griffierecht te betalen en heeft verzocht om vrijstelling van dit griffierecht.
Tijdens de zitting op 24 oktober 2017 heeft appellante verklaard dat zij dacht dat de Raad op de hoogte was van haar betalingsonmacht en dat zij daarom niet opnieuw een beroep op betalingsonmacht hoefde te doen. De Raad heeft echter geoordeeld dat appellante geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die rechtvaardigen dat zij niet in verzuim is geweest. De Raad concludeert dat appellante zich niet tijdig tot de Raad heeft gewend en dat de geschetste omstandigheden niet meebrengen dat zij niet binnen de betalingstermijn had kunnen handelen.
De Centrale Raad van Beroep heeft het verzet ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door H.C.P. Venema, in tegenwoordigheid van griffier N.L. Kuipers, en is openbaar uitgesproken op 5 december 2017.